De natuur van België vormt een fijn contrast met de historische steden van het land. Over de paden in de naaldbossen, biodiverse wetlands en mistige heidevelden kun je fantastisch wandelen, fietsen en ’s winters zelfs langlaufen.
Hoge Kempen Nationaal Park, Limburg
Voor avonturiers
In het noordoosten van de provincie Limburg (België) vind je 12.000 hectare aan heide en bos, afgewisseld met moerassen, beekjes en zandvlaktes. Samen vormen ze de Hoge Kempen. Het park strekt zich uit over zes verschillende gemeenten en het is het grootste natuurreservaat van Vlaanderen. Het heeft niet de hoogteverschillen waar de Ardennen veel bezoekers mee trekt, maar het is er wel uitzonderlijk mooi. Dennenbossen, een prachtige paarse deken van heide tijdens de nazomer en schitterende meren bepalen het uiterlijk van dit stuk natuur met een indrukwekkende biodiversiteit met meer dan 7.000 plant- en diersoorten.
Met meer dan 80 bewegwijzerde routes die in totaal 220 kilometer aan paden vormen is het hier fantastisch wandelen. Twee mooie routes beginnen in Pietersheim, waaronder een 11 kilometer lang pad dat je langs een waterburcht en met beuken omzoomde lanen voert. Wie wat meer uitdaging zoekt, gaat voor een meerdaagse langeafstandswandeling, de National Park Trail. Eerder dit jaar werd de route uitgebreid en deze telt nu 100 kilometer langs vennen, heidevelden en duinen verdeeld over vier dagen die worden afgewisseld met kamperen.
Voor mountainbikers is er ook keuze te over. Tien verschillende paden bieden gevarieerd terrein, van uitdagende beklimmingen op ruige hellingen tot rustig op de pedalen door de Maasvallei. Ruiters met hun paard vinden in het nationaal park ook 140 kilometer aan routes die zo min mogelijk overlappen met wandel- en fietspaden.
Hoe kom je er?
Het nationaal park kent negen verschillende toegangspoorten en van elke kant zie je net een ander stukje natuur. De Hoge Kempen is het gemakkelijkst te bereiken met de auto via de E314, maar je kunt ook de trein nemen naar Genk. Reis vanaf daar verder naar ingang Kattevennen met de bussen van De Lijn, of huur een fiets op het station.

Natuurpark Hoge Venen, Luik
Voor plantliefhebbers
Een van de mooiste gebieden van België ligt in het uiterste oosten van Wallonië. De verwaaide heide en het mistige veen van de Hoge Venen zorgen voor een buitenaards ogend langschap. Het natuurgebied Hoge Venen – Eifel strekt zich uit langs de grensregio van België en Duitsland, met 72.000 hectare in het Belgische deel (en nog eens 100.000 in Duitsland). In het park vind je het hoogste punt van het land, Signal de Botrange op 694 meter, en enkele planten die je in de rest van het land niet gauw tegenkomt, zoals de vleesetende zonnedauw en de zeldzame beenbreek met zijn stervormige gele bloemen.
Wat je hier tegenkomt hangt af van het seizoen. In het voorjaar wandel je tussen de narcissen en een scala aan andere voorjaarsbloemen die de heuvels bedekken. In de zomer vind je verkoeling tussen het donkere bladerdak, die in de herfst goudgeel kleurt. Als het koud genoeg is, kun je in de winter langlaufen over het bevroren en besneeuwde veen rond Signal de Botrange.
Hoe kom je er?
Steden en dorpen zoals Eupen en Malmedy vormen een goede uitvalsbasis voor een bezoek aan de Hoge Venen. Vanaf daar rijd je gemakkelijk naar het park met de auto of fiets. Bus 390 rijdt tussen het centraal station van Verviers naar Signal de Botrange, net als bus 394 van station Eupen. Vlak bij het busstation vind je Maison du Parc-Botrange, het bezoekerscentrum dat een goed startpunt vormt voor de vele activiteiten. Hier kun je van het voorjaar tot de herfst fietsen huren en in de winter langlaufski’s.
Zoek ook de natuur op bij de noorderburen. Hier lees je meer over drie nationale parken in Nederland.

Natuurpark Zwin, West-Vlaanderen
Voor vogelspotters
Net over de grens met Nederland vind je in West-Vlaanderen een “internationale vogelluchthaven”, het Zwin. Te midden van wadden, kwelders en struikgewassen wisselen meer dan 350 vogelsoorten elkaar door het jaar heen af. Met zijn 150 hectare is het klein in omvang, maar een van de belangrijkste wetlandhabitats in België.
Tijdens de vogeltrek in het voor- en najaar spot je hier een verscheidenheid aan vogels: van broedende ooievaars en bergeenden tot visarenden en scholeksters. Verschillende wandelroutes die door het Zwin kronkelen geven een inkijkje in de leefgebieden van de gevleugelde dieren en er staat een panoramatoren die je kunt beklimmen voor 360 graden uitzicht over de duinen, polders en de Zwinvlakte. In het park staan ook meerdere observatiehutten, waaronder enkele met gratis te gebruiken telescopen.
Hoe kom je er?
Het Zwin ligt 12 kilometer ten oosten van het treinstation van Knokke, met bus 12 van De Lijn reis je gemakkelijk verder naar het natuurpark. Vanuit Knokke is het Zwin ook makkelijk met de fiets te bereiken. De entree voor het park bedraagt €14 voor volwassenen en €6 voor kinderen (kinderen onder de 6 jaar mogen gratis mee). Als je minstens één dag van tevoren boekt, kun je een paar euro besparen.
Openingsbeeld: Eefje Verbeek/iStock